zondag 23 maart 2014

Hagelbui

We gingen naar huis. Jassen aan, fietsen van slot. Het was een frisse en zonnige ochtend. Maar hee, voelde ik daar een spetter? Nog voordat we onderweg waren bleek de spetter over te gaan in een flinke hagelbui. Toch nog maar weer even naar binnen, schuilen in de kerk. Even plotseling als het begon was het ook weer over.

Oké, weer naar de fietsen, blij dat we die bui niet over ons heen hadden gekregen. Maar helaas, ergens halverwege op weg naar huis begon het alweer ineens te hagelen. Fietsen in de hagel is echt even afzien, oef wat koud en wat zijn die hagelsteentjes gemeen scherp in je gezicht. Schuilen onder een boom lukt ook al niet als er nog geen blaadjes aan zitten. Even plotseling als de hagel begon stopte die ook weer. De zon ging alweer schijnen toen ons huis in zicht kwam.

Er begon me iets te dagen. Vroeger dacht ik altijd dat het of ging regenen of het weer stopte met regenen. Later ging me een lichtje op dat als je aan het fietsen bent en het gaat regenen, het best wel eens zou kunnen zijn dat het niet zozeer begint te regenen, maar dat het op die plek al regende en je de bui binnenfietst.

Ik keek naar boven, de wolken gingen nogal langzaam. Hadden we dan echt staan schuilen voor een hagelbui, die vervolgens richting ons huis vertrok net als wij, maar dat wij harder fietsten dan de wolken zich verplaatsten om vervolgens halverwege thuis in precies dezelfde hagelbui te belanden? Dus.

dinsdag 18 maart 2014

Reading Challenge - een pleidooi voor echt koken

Een pleidooi voor echt koken. Thuiskomen in de keuken - Michael Pollan

Dit boek gaat over eten en over koken en het is ook nog eens enorm leuk om te lezen. Een ideaal boek, aangezien ik van lezen houd, van koken, van eten en van lezen over koken en eten.

Michael Pollan is een Amerikaanse journalist, schrijver en voedseldeskundige. Hij vertelt zijn landgenoten en mensen wereldwijd dat we, in tegenstelling tot wat de voedingsindustrie ons wil verkopen, beter 'gewone' dingen kunnen eten zoals groente en zelfgekookte maaltijden. Dingen die onze overgrootmoeders ook als eten zouden herkennen en zonder allerlei kunstmatige toevoegingen. Dat geloof ik allemaal meteen, maar daar gaat dit boek in eerste instantie niet over. In opvolging van zijn eerdere boeken is ''Een pleidooi voor echt koken" (oorspronkelijke titel: "Cooked, a natural history of transformation") een zoektocht naar hoe je in de praktijk 'dichter bij de natuur' kan koken, eten en gezonder kan leven.

Wat volgt is een soort wervelwind aan weetjes, geschiedenis, cultuur, scheikunde, mooie zinnen met moeilijke woorden, ervaringen, overdenkingen over het waarom van zaken als eten, koken en het leven in het algemeen, kookexperimenten en een paar basisrecepten.

Het boek is verdeeld in vier hoofdstukken, elk over een basistechniek van koken, gekoppeld aan de elementen vuur (roosteren), water (koken), lucht (bakken) en aarde (gisten). Nou heb ik niet echt de ambitie om dingen te doen als een heel varken roosteren, brood bakken op de langzame manier met zuurdesem of eten laten gisten tot je zuurkool, bier of kaas gemaakt hebt. Toch weet Pollan over al deze dingen zo inspirerend en grappig te schrijven dat je je ineens best zou kunnen voorstellen dat je het op een dag gaat uitproberen.

Het meest praktische gedeelte vond ik dat over stoven in het hoofdstuk 'water'. Bladzijden lang worden gevuld met gedachten over uien snijden en ze zachtjes laten pruttelen samen met bleekselderij en wortel. Dat je daar geduld, aandacht en oefening voor nodig hebt. Dat er een chemische reactie plaatsvindt die zorgt voor de smaak umami, wat (echt waar) officieel de vijfde smaak is naast zoet, zout, zuur en bitter. Ik probeerde het inmiddels een aantal keer uit. Sneed de uien heel fijn en liet ze minstens een half uur (zo lang? ja echt, zo lang) op het allerlaagste pitje pruttelen en daarna nog een poos samen met kleine stukjes bleekselderij en wortel. Om er vervolgens een stoofpotje mee te maken, of soep, of tomatensaus. Alleen al de geur die het huis vulde maakte me blij en het smaakte zo lekker dat ik het de moeite en de tijd zeker waard vond.

Maar toch. Koken, vooral als het wat langer duurt, voelt soms een beetje... als tijdverspilling? Als iets dat strikt genomen niet noodzakelijk is, gezien de grote hoeveelheid makkelijke kant-en-klare sausjes, maaltijdmixen en hele maaltijden die te koop zijn. Hoewel ik koken met de jaren steeds leuker ga vinden, en ik het een uitdaging vind om dat op een gezonde, lekkere en betaalbare manier te doen, heb ik er niet elke dag zin in. Met enige regelmaat vraag ik me af waar ik eigenlijk al die moeite voor doe. Over al deze zaken wordt in dit boek uitgebreid gefilosofeerd. Wat mij betreft het mooiste antwoord op de vraag waarom je eigenlijk zou koken bij deze (p.28):

"Koken, heb ik ontdekt, geeft ons de kans, die zo zeldzaam is in het moderne leven, om onszelf op een directe wijze te ondersteunen, en de mensen die we voeden te ondersteunen. Als dit niet 'brood verdienen' is, weet ik het ook niet meer. In de rendabiliteitsanalyse zal het misschien voor een amateurkok niet altijd de meest efficiënte manier zijn om de tijd te besteden, maar in het licht van menselijke emotie zal het desalniettemin mooi zijn. Want welke gewoonte is minder egoïstisch, welke arbeid minder vervreemd, welke tijd minder verspild dan die welke wordt besteed aan het bereiden van iets heerlijks en voedzaams voor geliefden?"

vrijdag 14 maart 2014

"Hij doet niks hoor"

Het begon een jaar of acht geleden.

We woonden met een peuter in een flat op vijf hoog. Dagelijks gingen we met de lift naar beneden en bij terugkomst weer naar boven. Ook de hondenbezitters onder onze medeflatbewoners deden dat als ze hun geliefde viervoeters gingen uitlaten. De desbetreffende peuter had het niet zo op honden. Nou wil het geval dat als je het al niet zo op honden hebt, en je je vervolgens samen met een hond in een hokje van een paar vierkante meter bevindt waarvan de deuren dicht gaan, dat je daar dus wel een beetje benauwd van wordt. Als peuter probeer je niet net te doen alsof er niks aan de hand is en kan je bovendien nog niet relativeren dat je over een minuutje de lift wel weer uit bent. Bij gebrek aan wegrenmogelijkheden ga je dan maar heel dicht achter mama staan, of huilen, zoiets.

Al gauw merkte ik dat de hondenbezitter in kwestie de behoefte heeft om iets te zeggen. Zich te verantwoorden, dat zijn hond echt wel lief is en dat het dus niet zijn schuld is dat mijn kind zo doet. Alsof ze het met elkaar afgesproken hebben is de meest standaard gebruikte uitdrukking daarvoor "hij doet niks hoor".

Taalkundig gezien heb ik moeite met deze uitdrukking. Niks is een groot woord, maar het is niet waar. De hond doet namelijk heel veel. Hij kwispelt, hijgt, kwijlt of blaft. Met een beetje pech wil hij tegen je op springen, of (als je niet in een lift staat) naar je toe rennen. Met nog meer pech wil hij in je kruis snuffelen. Met heel veel pech ben je een van de duizenden mensen die jaarlijks wel door een hond gebeten wordt (even googlen leert dat dat echt heel veel gebeurt). En ook al is het een oud beestje met trouwe hondenogen, dan nog is hij echt heel groot - probeer eens naar een gemiddelde hond te kijken vanuit de ogen van een peuter.

Wat er eigenlijk bedoeld wordt met "hij doet niks hoor" is waarschijnlijk meer iets in de zin van "hij blaft wel heel hard, maar hij heeft nog nooit iemand heel hard gebeten" of "hij rent wel angstaanjagend blaffend naar je toe, maar hij bedoelt dat hij met je wil spelen" of "het voelt misschien eng dat hij aan je snuffelt, maar hij is nieuwsgierig naar wie je bent".

Helpende hondenbezitters ben ik gelukkig ook tegengekomen. Die als ze merken dat een kind bang is, hun hond netjes laten zitten (in het geval van de lift). Of (als je ze tegemoet loopt) hun hond wat strakker aan de lijn doen en gewoon doorlopen, zonder opmerkingen te maken als "ach, is-ie bang?". Of (als daar de tijd voor is) rustig afwachten en na een poosje vragen of je misschien even wil aaien.

Zelf ben ik trouwens niet bang voor honden (nou ja, niet heel erg, behalve dan als als ze grommend naar me blaffen en er eng uit zien, of als ze loslopen en op me af komen rennen bijvoorbeeld). Ik begrijp ook wel dat als je een lieve hond hebt die geen vlieg kwaad doet je je niet goed kan voorstellen dat iemand daar bang voor kan zijn. Maar angst is een ongrijpbare emotie. Er zijn bijvoorbeeld veel mensen verschrikkelijk bang voor spinnen. Die doen dus echt "niks". Of wel? Noem het maar eens niks als ze je dromen binnen komen kriebelen. Of als het van die hele grote zijn, ook al komen die alleen in enge films voor of in landen waar wij heel ver vandaan wonen.

Maar als je echt bang bent, helpt het dus niet om te horen te krijgen dat er eigenlijk niks aan de hand is. Onderliggende boodschap is dat het nergens op slaat dat je bang bent. Wat misschien in een bepaald opzicht wel zo lijkt te zijn, maar veel angsten zijn nou eenmaal irrationeel. Na echt heel vaak "hij doet niks hoor" te horen gekregen te hebben kan ik uit ervaring vertellen dat het echt niks helpt. En dat ik denk dat, ook al zal het meestal aardig bedoeld zijn, de angst van een kind (of een volwassene) door zoiets te zeggen niet serieus wordt genomen.

Ook al heb ik geen hond, ik ga me eens afvragen welke dingen ik misschien zelf onnadenkend zeg waarmee ik de ander eigenlijk niet serieus neem. En bij deze een vriendelijk verzoek: mag de uitdrukking "hij doet niks hoor" misschien afgeschaft worden?

donderdag 13 maart 2014

Schrijven of niet schrijven

Vandaag is het drie weken geleden dat ik hier iets schreef.
Aanleiding om me weer eens af te vragen wat ik zal schrijven.
Hoe vaak.
Waarover.
Waarom eigenlijk.

Voor mijn doen begon ik heel erg impulsief een weblog.
Zonder plan.
Geen vormgeving.
Geen idee eigenlijk.

Nou ja, dat ik wilde schrijven.
Een soort sprong in het diepe.
Wat dan weer niks voor mij is.

Ik leer liever eerst goed zwemmen, en spring dan steeds een stukje verder, totdat ik bij het diepe aangekomen ben. Een beetje geleidelijk zeg maar. Maar ja, je kan toch moeilijk geleidelijk een blog beginnen. Je schrijft, of je schrijft niet.

Ineens weet ik het weer.
Zo makkelijk kan het zijn.
Een blogje schrijven.